De Aansluit- En Transportplicht Van TenneT Bij Een Interconnector

Partijen die een geschil hebben met de netbeheerder over de wijze waarop deze zijn taken en bevoegdheden op grond van de Elektriciteitswet 1998 ("E-wet") uitoefent kunnen een dergelijk geschil voorleggen aan de Autoriteit Consument en Markt ("ACM").
Netherlands Energy and Natural Resources
To print this article, all you need is to be registered or login on Mondaq.com.

Partijen die een geschil hebben met de netbeheerder over de wijze waarop deze zijn taken en bevoegdheden op grond van de Elektriciteitswet 1998 ("E-wet") uitoefent kunnen een dergelijk geschil voorleggen aan de Autoriteit Consument en Markt ("ACM"). In dit blogbericht bespreken wij zo'n uitspraak van de ACM.

De zaak Frontier Power / Liander

Frontier Power International Limited ("Frontier Power") is een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde partij die voornemens is om een interconnector te ontwikkelen tussen het Verenigd Koninkrijk en Nederland, de NU-link. Om die reden heeft Frontier Power in juni 2022 TenneT TSO B.V. ("TenneT") verzocht om aansluiting op het 380 kV-net en om NU-link per 2031 met een transportcapaciteit van 1,2 tot 1,4 gigawatt aan te sluiten op het landelijk hoogspanningsnet. Frontier Power heeft daarbij niet verzocht om aangesloten te worden op een specifieke locatie.

Naar aanleiding van het verzoek van Frontier Power heeft TenneT ten aanzien van meerdere locaties onderzocht of er voldoende transportcapaciteit beschikbaar was per 2031. Dit deed TenneT door middel van een zogenaamde Quick scan op basis van het Investeringsplan Net op Land 2022-2031 van TenneT.

In augustus 2023, na meerdere locaties onderzocht te hebben, laat TenneT definitief weten dat een aansluiting met vaste transportcapaciteit op de overwogen locaties niet mogelijk is. Daarbij heeft TenneT aangegeven bereid te zijn om nieuwe analyses uit te voeren zodra de investeringsplannen voor 2024 kunnen worden doorgerekend.

Standpunten partijen

Kort samengevat stelt Frontier Power zich op het standpunt dat TenneT in strijd handelt met de aansluitplicht van art. 23 E-wet door geen aansluiting op het hoogspanningsnet aan te bieden. Tevens stelt Frontier Power zich op het standpunt dat TenneT ook in strijd handelt met de transportplicht uit art. 24 E-wet, onder meer omdat de vermeende congestieproblemen waar TenneT naar verwijst slechts gedurende een beperkt aantal uren zouden optreden.

TenneT meent dat zij niet gehouden is om een aansluiting te realiseren aangezien zij daar niet ook tevens transportcapaciteit voor kan aanbieden. Als TenneT de gevraagde aansluiting wel zou moeten realiseren zou dit er, aldus TenneT, in resulteren dat zij schaarse capaciteit moet aanspreken voor het realiseren van een aansluiting die in de praktijk geen doel dient. Als de klacht van Frontier Power zou worden toegewezen leidt dat volgens TenneT tot een ongewenst precedent, waarbij andere partijen langs eenzelfde weg kunnen proberen om een aansluiting te verkrijgen zonder transportcapaciteit, met alle gevolgen van dien voor de netplanning en prioritering van inzet van middelen.

Verder stelt TenneT dat zij niet gehouden is om een aanbod te doen voor het transport van elektriciteit omdat er redelijkerwijs geen capaciteit beschikbaar is.

Beoordeling van het geschil

De ACM oordeelt – voor zover hier van belang – in het voordeel van Frontier Power en concludeert dat TenneT, allereerst, in strijd handelt met art. 23 E-wet door geen aansluiting aan te bieden. Daarbij overweegt de ACM dat de stelling van TenneT dat zij schaarse capaciteit moet inzetten voor het realiseren van een aansluiting van een dergelijke aard en omvang, die volgens haar in de praktijk geen doel dient en mogelijk een onwenselijk precedent tot gevolg heeft, TenneT niet ontslaat van haar aansluitplicht. Daarvoor bestaat immers geen grondslag in de E-wet en de relevante codes.

Ten tweede trekt TenneT ook aan het kortste eind ten aanzien van de klacht die is gebaseerd op art. 24 E-wet. Op basis van de feiten constateert de ACM weliswaar dat TenneT voldoende heeft onderbouwd dat de door Frontier Power gevraagde transportcapaciteit ertoe zou leiden dat de beschikbare capaciteit wordt overschreden, één en ander zoals bedoeld in artikel 9.5, vierde lid, van de Netcode elektriciteit. Echter had TenneT, aldus de ACM, daarom de mogelijkheden als bedoeld in artikel 9.6, eerste lid, onderdelen a tot en met e, van de Netcode elektriciteit moeten onderzoeken alvorens zij het verzoek om het uitvoeren van transport zou mogen weigeren. Dat laatste heeft TenneT ten onrechte nagelaten hetgeen met zich brengt dat TenneT ten onrechte heeft geconcludeerd dat zij redelijkerwijs geen transportcapaciteit ter beschikking heeft.

De conclusie van de ACM is dan ook dat TenneT in strijd met zowel art. 23 als 24 E-wet heeft gehandeld.

The content of this article is intended to provide a general guide to the subject matter. Specialist advice should be sought about your specific circumstances.

See More Popular Content From

Mondaq uses cookies on this website. By using our website you agree to our use of cookies as set out in our Privacy Policy.

Learn More